Russisch is soms een hilarische taal. Voor sommige woorden hadden de Russen gewoon geen woorden toen buitenlanders uiteindelijk in Rusland geraakten. Eerst Nederlanders, in de achttiende eeuw, dan Duitsers en dan Fransen. De Russische keizerin Katarina de Grote kocht de hele bibliotheek van Diderot, maar was zo vriendelijk om ze toch maar in Frankrijk te laten. Ecologisch verantwoord avant-la-lettre, 't is pas eeuwen later dat Rusland moeilijk zou doen over Kyoto.

Dat Russisch dus. Tegen de tijd dat de fransen er waren, was er een woord voor elk nieuw ding dat de buitenlanders meebrachten. Gecultiveerde mensen begonnen Frans te spreken en vergaten hun Russisch, tot het ineens weer chique was om Russisch echt te praten en iedereen zijn Frans vergat.

Van het Nederlands en het Duits zijn er een paar dingen blijven hangen die niemand is vergeten. Butterbrod voor boterham, bijvoorbeeld. Alle scheepstermen in het Russisch zijn uit het Nederlands geleend. Je hebt kielvater, kajoeta, achtersjteven en bootsman. Maar het aller-aller-grappigste heeft niets met boten te maken.

Bakkenbaarden in het Russisch is gewoon bakkenbaardy.